Leven met psychosomatische klachten
Geplaatst: 31-01-2011 23:56
Hun lichamelijke klachten zijn vaag en onverklaarbaar.
Geen enkele dokter vindt de oorzaak en toch is er iets aan de hand.
Dus krijgen ze te horen dat het probleem "tussen hun oren zit".
Geen wonder dat mensen met psychosomatische klachten gefrustreerd raken.
Waar wringt het schoentje, professor-psychiater Boudewijn Van Houdenhove?
Steeds meer mensen hebben lichamelijke klachten zonder dat er een duidelijke ziekte kan worden gevonden.
Chronische pijn en vermoeidheid zijn daar typische voorbeelden van.
Vaak stuiten deze klachten op onbegrip vanwege de omgeving.
En ook de klassieke geneeskunde weet er niet altijd raad mee.
Professor Boudewijn Van Houdenhove, psychiater in het universitair ziekenhuis Gasthuisberg, buigt zich al jaren over deze problematiek.
Hoe komt het dat zoveel mensen zich ziek maar onbegrepen voelen?
Prof. Van Houdenhove:
Een belangrijke reden is het hardnekkige dualistische denken van velen. Een ziekte is ofwel somatisch (dit betekent dat er een lichamelijke oorzaak kan aangetoond worden) ofwel psychisch.
Vaak beschouwt een arts zijn taak als volbracht wanneer hij de lichamelijke ziekten als verklaring voor de klachten heeft uitgesloten.
Maar patiënten nemen geen genoegen met een schouderklopje.
Een oplossing kan enkel gevonden worden als men de patiënt gaat bekijken vanuit een bredere visie, waarin de hele mens centraal staat.
De psychosomatiek slaat de brug tussen lichaam en geest.
Maar een ander gegeven is dat mensen het soms erg moeilijk hebben om hun emotionele problemen onder ogen te zien.
Door schaamte zijn ze vaak geneigd om de nadruk te blijven leggen op de lichamelijke kant van hun klachten. Aan de psychische aspecten kleeft vaak een soort stigma: De mensen zullen denken dat ik het mij allemaal inbeeld.
Wat zijn dan psychosomatische klachten?
In de brede zin hebben alle klachten naast een lichamelijke component ook een psychisch aspect. Neem een beenbreuk. Dat is duidelijk lichamelijk, maar voor een sportman kan ze de oorzaak worden van een depressie en dat is psychisch.
In de engere betekenis gaat het om onverklaarde klachten - vaak spierpijn, rugpijn, buikpijn,...- en vermoeidheid waarvoor geen duidelijke lichamelijke oorzaak wordt gevonden.
Ook het hele domein van de onverklaarde klachten of syndromen zoals fibromyalgie, chronisch vermoeidheidssyndroom, prikkelbare darmen,... maakt deel uit van de psychosomatiek in de engere zin.
Een hartinfarct behoort niet tot de psychosomatiek in de enge zin.
Er is een duidelijk lichamelijk mechanisme: een bloedklonter in een slagader.
Maar men weet dat bepaalde psychische factoren een bijdrage kunnen leveren tot het ontstaan van een hartinfarct.
Mensen met een bepaald persoonlijkheidstype - erg gejaagd, zeer vijandig ingesteld tegenover hun medemensen,... - zijn, in combinatie met lichamelijke factoren, vatbaarder voor een hartinfarct.
In de bredere zin zit daar dus ook een psychosomatische component aan vast.
Er bestaan in zo goed als alle vormen van ziek zijn interacties tussen lichamelijke en psychische factoren.
Daarom spreekt men tegenwoordig van het biopsychosociaal model.
Alle lichamelijke klachten moeten bekeken worden in lichamelijke dimensies, maar ook in psychologische én sociale!!
Die houden niet altijd verband met de oorzaak van het medische probleem, ze kunnen er ook een gevolg van zijn.
Iemand met een chronische ziekte kan als gevolg daarvan depressief worden of allerlei sociale problemen krijgen, die hem dan weer extra onder stress zetten waardoor zijn ziekte misschien opnieuw erger wordt.
Welke rol speelt stress bij dit alles?
Stress is hét sleutelconcept bij psychosomatische klachten.
Wij hebben in ons organisme een systeem, het stress- systeem, dat alle vormen van druk en belasting moet opvangen en trachten te verwerken.
Dit kan gaan om fysieke druk, slaaptekort, zware inspanningen,
het herstel na een ziekte of een operatie, maar ook emotionele stress, zorgen, pesterijen op school of op het werk, problemen met opgroeiende kinderen, met de partner...
Het stresssysteem is bedoeld om ondanks deze belastende factoren toch in evenwicht te blijven.
Zolang de belasting tijdelijk is, is er geen probleem.
Stress kan ons soms zelfs een beetje aanscherpen, dan ben je extra alert en dat werkt stimulerend.
Maar wanneer dit systeem niet meer tot rust komt en de stress chronisch wordt, raakt de balans verstoord en worden onder meer de stresshormonen ontregeld (zie kader Cortisol).
Die hormonen spelen een belangrijke rol in het stresssysteem zelf, maar ook in het immuunsysteem en op het vlak van de neurotransmitters (stoffen die zorgen voor de prikkeloverdracht tussen zenuwcellen) in de hersenen.
Wanneer de neurotransmitters verstoord raken, kan een heel gamma stressgebonden aandoeningen ontstaan.
Dat kunnen psychische of psychiatrische aandoeningen zijn zoals een depressie, maar men weet tegenwoordig ook steeds beter hoe dit ontregelde stresssysteem kan leiden tot allerhande lichamelijke klachten zoals fibromyalgie (pijnsyndroom dat lichamelijk onverklaard is, maar vaak voorafgegaan wordt door een stresssituatie zoals een lichamelijk trauma, bijvoorbeeld een wiplash).
De overproductie van stresshormonen werkt ontregelend op het pijnsysteem, maar ook op heel wat andere systemen.
Meer en meer wordt duidelijk dat blijvend verhoogde niveaus van stresshormonen in combinatie met lichamelijke factoren zoals een genetische aanleg, maar ook met slechte voedingsgewoonten en weinig beweging, een bijdrage leveren tot wat tegenwoordig omschreven wordt als welvaartsziekten zoals hart- en vaatziekten, obesitas, diabetes type 2,...
Blijvende hoge concentraties van stress-hormonen leveren zelfs een bijdrage tot osteoporose, vroegtijdige geheugenstoornissen en volgens sommige onderzoekers zelfs tot het vroegtijdig optreden van de ziekte van Alzheimer.
Geen enkele dokter vindt de oorzaak en toch is er iets aan de hand.
Dus krijgen ze te horen dat het probleem "tussen hun oren zit".
Geen wonder dat mensen met psychosomatische klachten gefrustreerd raken.
Waar wringt het schoentje, professor-psychiater Boudewijn Van Houdenhove?
Steeds meer mensen hebben lichamelijke klachten zonder dat er een duidelijke ziekte kan worden gevonden.
Chronische pijn en vermoeidheid zijn daar typische voorbeelden van.
Vaak stuiten deze klachten op onbegrip vanwege de omgeving.
En ook de klassieke geneeskunde weet er niet altijd raad mee.
Professor Boudewijn Van Houdenhove, psychiater in het universitair ziekenhuis Gasthuisberg, buigt zich al jaren over deze problematiek.
Hoe komt het dat zoveel mensen zich ziek maar onbegrepen voelen?
Prof. Van Houdenhove:
Een belangrijke reden is het hardnekkige dualistische denken van velen. Een ziekte is ofwel somatisch (dit betekent dat er een lichamelijke oorzaak kan aangetoond worden) ofwel psychisch.
Vaak beschouwt een arts zijn taak als volbracht wanneer hij de lichamelijke ziekten als verklaring voor de klachten heeft uitgesloten.
Maar patiënten nemen geen genoegen met een schouderklopje.
Een oplossing kan enkel gevonden worden als men de patiënt gaat bekijken vanuit een bredere visie, waarin de hele mens centraal staat.
De psychosomatiek slaat de brug tussen lichaam en geest.
Maar een ander gegeven is dat mensen het soms erg moeilijk hebben om hun emotionele problemen onder ogen te zien.
Door schaamte zijn ze vaak geneigd om de nadruk te blijven leggen op de lichamelijke kant van hun klachten. Aan de psychische aspecten kleeft vaak een soort stigma: De mensen zullen denken dat ik het mij allemaal inbeeld.
Wat zijn dan psychosomatische klachten?
In de brede zin hebben alle klachten naast een lichamelijke component ook een psychisch aspect. Neem een beenbreuk. Dat is duidelijk lichamelijk, maar voor een sportman kan ze de oorzaak worden van een depressie en dat is psychisch.
In de engere betekenis gaat het om onverklaarde klachten - vaak spierpijn, rugpijn, buikpijn,...- en vermoeidheid waarvoor geen duidelijke lichamelijke oorzaak wordt gevonden.
Ook het hele domein van de onverklaarde klachten of syndromen zoals fibromyalgie, chronisch vermoeidheidssyndroom, prikkelbare darmen,... maakt deel uit van de psychosomatiek in de engere zin.
Een hartinfarct behoort niet tot de psychosomatiek in de enge zin.
Er is een duidelijk lichamelijk mechanisme: een bloedklonter in een slagader.
Maar men weet dat bepaalde psychische factoren een bijdrage kunnen leveren tot het ontstaan van een hartinfarct.
Mensen met een bepaald persoonlijkheidstype - erg gejaagd, zeer vijandig ingesteld tegenover hun medemensen,... - zijn, in combinatie met lichamelijke factoren, vatbaarder voor een hartinfarct.
In de bredere zin zit daar dus ook een psychosomatische component aan vast.
Er bestaan in zo goed als alle vormen van ziek zijn interacties tussen lichamelijke en psychische factoren.
Daarom spreekt men tegenwoordig van het biopsychosociaal model.
Alle lichamelijke klachten moeten bekeken worden in lichamelijke dimensies, maar ook in psychologische én sociale!!
Die houden niet altijd verband met de oorzaak van het medische probleem, ze kunnen er ook een gevolg van zijn.
Iemand met een chronische ziekte kan als gevolg daarvan depressief worden of allerlei sociale problemen krijgen, die hem dan weer extra onder stress zetten waardoor zijn ziekte misschien opnieuw erger wordt.
Welke rol speelt stress bij dit alles?
Stress is hét sleutelconcept bij psychosomatische klachten.
Wij hebben in ons organisme een systeem, het stress- systeem, dat alle vormen van druk en belasting moet opvangen en trachten te verwerken.
Dit kan gaan om fysieke druk, slaaptekort, zware inspanningen,
het herstel na een ziekte of een operatie, maar ook emotionele stress, zorgen, pesterijen op school of op het werk, problemen met opgroeiende kinderen, met de partner...
Het stresssysteem is bedoeld om ondanks deze belastende factoren toch in evenwicht te blijven.
Zolang de belasting tijdelijk is, is er geen probleem.
Stress kan ons soms zelfs een beetje aanscherpen, dan ben je extra alert en dat werkt stimulerend.
Maar wanneer dit systeem niet meer tot rust komt en de stress chronisch wordt, raakt de balans verstoord en worden onder meer de stresshormonen ontregeld (zie kader Cortisol).
Die hormonen spelen een belangrijke rol in het stresssysteem zelf, maar ook in het immuunsysteem en op het vlak van de neurotransmitters (stoffen die zorgen voor de prikkeloverdracht tussen zenuwcellen) in de hersenen.
Wanneer de neurotransmitters verstoord raken, kan een heel gamma stressgebonden aandoeningen ontstaan.
Dat kunnen psychische of psychiatrische aandoeningen zijn zoals een depressie, maar men weet tegenwoordig ook steeds beter hoe dit ontregelde stresssysteem kan leiden tot allerhande lichamelijke klachten zoals fibromyalgie (pijnsyndroom dat lichamelijk onverklaard is, maar vaak voorafgegaan wordt door een stresssituatie zoals een lichamelijk trauma, bijvoorbeeld een wiplash).
De overproductie van stresshormonen werkt ontregelend op het pijnsysteem, maar ook op heel wat andere systemen.
Meer en meer wordt duidelijk dat blijvend verhoogde niveaus van stresshormonen in combinatie met lichamelijke factoren zoals een genetische aanleg, maar ook met slechte voedingsgewoonten en weinig beweging, een bijdrage leveren tot wat tegenwoordig omschreven wordt als welvaartsziekten zoals hart- en vaatziekten, obesitas, diabetes type 2,...
Blijvende hoge concentraties van stress-hormonen leveren zelfs een bijdrage tot osteoporose, vroegtijdige geheugenstoornissen en volgens sommige onderzoekers zelfs tot het vroegtijdig optreden van de ziekte van Alzheimer.