Het huis met de gouden vensters
\ Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is.
In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd,
zowel in verzadigd worden als in honger lijden,
zowel in overvloed als ik gebrek.\
-- Flippenzen 4 Ver 12
Een arm gezin woonde op een boerderij.
De zoon des huizes stond elke ochtend vroeg op om zijn vader te helpen
bij het melken.
In het veld keek hij altijd even hoe de zon opkwam in het oosten,
waarna hij zijn blik naar het westen wendde
en telkens een prachtig huis met gouden vensters zag.
Ooit ga ik daar een keer kijken, bedacht hij.
En die dag kwam.
Hij nam brood mee voor ondereg en fietste in westelijke richting.
Hij klopte an bij het vermoedelijk huis.
\Is dit het huis met de gouden vensters", vroeg hij aan de vrouw die opendeed.
\Nee\, antwoordde ze. \Maar ik zal het je wijzen\
En terwijl de zon langzaam onderging wees de vrouw naar het oosten
en zei, "Kijk, dat is het huis met de gouden vensters.\
Tot zijn stomme verbazing herkende de jongen hun eigen boerderij.
Gods zegeningen bevinden zich in het hier en nu
-- Robert A. Schuller
